Eerst connectie, dan tempo!
Mijn lessen als trainer
Als trainer / coach / therapeut ondervind ik in het werken met mensen zelden weerstand. Toch kom ik bij groepswerk af en toe mensen tegen, die ik lastig vind om te begeleiden. Waar ik weinig grip op lijk te hebben. Reflecterend op deze voor mij lastige klanten, ontdekte ik wat ik daarvan kan leren.
Mijn ‘lastige’ klanten vertonen slachtoffergedrag
De meest lastige klanten zijn voor mij de mensen die in mijn ogen weinig zelf-reflectief zijn. Die zich reactief opstellen, als eerste neiging hebben om dingen buiten zichzelf te leggen, vaak door snel te (ver)oordelen en zichzelf daarmee tot slachtoffer te bombarderen van situaties. Hierdoor hebben ze ook veel last van allerlei situaties.
Ze gedragen zich meer re-actief dan pro-actief. Ze stellen geen vragen en lijken weinig tot niet open te staan voor een andere kijk en nieuwe mogelijkheden die ze niet direct begrijpen. En ik als trainer / coach juist breng. Er is veel weerstand.
Wat is mijn aandeel?
Laat ik eerst eens beginnen met het tegenovergestelde en met mezelf. Waar ik goed in ben, is zelfreflectie. En hierbij maak ik mij verantwoordelijk voor dat wat ik als lastig ervaar. En bekijk wat ik daar zelf aan kan veranderen. Ik leg dingen binnen mezelf neer.
Dus als het lastig wordt, leidt zelfreflectie tot leren en aanpassing van eigen gedrag, gedachtes en gevoelens en verandering van resultaat. De valkuil hiervan is verantwoordelijk voelen voor alles wat last (innerlijke weerstand) oplevert en dat zo snel mogelijk veranderen. En in mijn rol als coach, (te) verantwoordelijk voelen voor het leerproces en –tempo van de klant.
Wat ga ik dan als trainer/ coach doen? Ik wil zo graag dat mensen groeien en zich bewust worden en al helemaal in mijn trainingen, dat ik dan hard ga werken en pushen. Ik ga aan deze mensen trekken, ik ga uitleggen, ik ga ze verschillende kanten laten zien. Impliciet zeg ik dan tegen ze dat ze nog veel te leren hebben en dus niet ok zijn als ze zijn. Hoe veilig is dat? Of ik ga zo hard dat het teveel wordt en mensen me niet meer kunnen volgen en afhaken. En daarmee staan we ook niet stil bij hoe het nu voor ze is en wat ze willen, waardoor ze zich ontkend voelen en er weerstand ontstaat.
Mijn aandeel is dus meer ruimte laten en temporiseren, vooral in het begin, zodat we eerst kunnen stilstaan bij waar mensen last van hebben en de groei kan ontstaan vanuit het nu. En duidelijk commitment over het einddoel van de training.
Het aandeel van de ‘lastige’ klanten
En in dat laatste ligt nou precies het aandeel van de anderen. Want wat ik ook ontdekte was dat deze mensen, zonder uitzondering, niet weten wat ze willen, wat hun verlangens zijn. Geen doel hebben. En vastzitten in hun last, die heel zwaar kan aanvoelen, vaak onbewust. Wat ze niet willen, is nog meer spanning, waardoor ook nieuwe mogelijkheden in eerste instantie worden gemeden.
Bovendien zijn zij goed in dingen laten zijn ipv veranderen. De valkuil van laten zijn is vermijden. Ook omdat ze niet zien hoe ze de last van de anti-waarde zelf kunnen veranderen. Met als gevolg is dat als ze iets als lastig ervaren, het heel zwaar wordt, ze verdwijnen en niet meer aanwezig (present) zijn in het hier en nu, met dat wat er is. Het effect is dat het verlangen verdwijnt en daarmee doelen.
Mijn lessen: hoe slachtoffergedrag omzetten in groei
Om bewust te kiezen wat we willen en vooral ook om te leren, moeten we eerst aanwezig zijn met dat wat er is, met dat wat we níet willen. Eerst ontdekken wat er nu is, ook als dat een last is, waarvan je onbewust denkt hier geen invloed op te hebben. Het voordeel van last is dat deze je laat zien waar je verlangen ligt en dat er iets anders nodig is. Het is een startpunt voor groei. Door te temporiseren of te vertragen, kun je zien en vooral voelen waar je nu last van hebt en vanaf wil. En ontstaat langzaam een verlangen of waar je naar toe wil.
Het is dus niet zo dat deze mensen, zoals ik soms invul, niet willen leren en groeien. Ze weten niet meer goed wat ze willen. En groeien willen ze vooral niet op mijn manier, moment of in mijn tempo. Ze willen iets meer laten ontstaan, hebben wat meer tijd en ontspanning nodig en leren wellicht meer van anderen. Daartoe mogen ze eerst leren aanwezig te zijn met dat wat er is. En bewust worden waar ze last van hebben.
Het doel is dan in eerste instantie om een doel te laten ontstaan, om mensen erachter te laten komen wat ze willen (leren). En willen zit niet in het hoofd, maar in je wilscentrum, ter hoogte van je maag. Door meer tijd en ontspanning, kunnen ze gaan voelen wat ze willen en niet willen.
Mijn belangrijkste les hieruit is om vooral in het begin, zodanig te temporiseren dat zowel de ander als ik aanwezig blijven in het hier en nu. Eerst connectie, dan tempo!