Ga naar de inhoud

Hoe Samenwerking vanuit de drama-driehoek effectief wordt

Samenwerking vanuit de drama driehoek: vooral vervelend, maar niet dramatisch!

De drama-driehoek, een mooi model voor het begrijpen van niet-effectieve samenwerking. Samen met de winnaarsdriehoek een praktisch instrument voor effectieve samenwerking. En hoewel ik de theorie goed denk te snappen en hem zowel voor mezelf als in trainingen regelmatig gebruik, lukte het mij in bepaalde situaties toch niet om effectieve samenwerking te creëren. Ik denk nu de ontbrekende delen te hebben gevonden. Mijn nieuwe praktische vertaling deel ik in dit artikel met jou.

De niet–effectieve samenwerking ontstaat, volgens de drama driehoek, doordat er een slachtoffer, een redder en een aanklager in het systeem worden gecreëerd. Deze rollen wisselen elkaar razend snel af en ontstaan als we op een niet-effectieve manier met lastige kwesties omgaan. De drama driehoek ontstaat dan ook vaak in periodes van stress en druk. In het plaatje hieronder zie je voorbeelden van typische communicatie vanuit de drama driehoek.

Kwesties maken we vooral lastig door de manier waarop we ermee omgaan. Iets dat lastig of oncomfortabel is, gaan we bijvoorbeeld uit de weg, stellen we uit of moet snel worden opgelost, denken we dat we niet kunnen etc. We hebben negatieve overtuigingen ontwikkeld over dat wat oncomfortabel is en wordt daarmee lastig. Zeg nou zelf, zie jij lastige zaken als positief?

De redder denkt bijvoorbeeld “als iets lastig is, moet het direct/snel worden opgelost”. Zo ook de last van een ander. De redder ziet zaken die lastig zijn als uitdaging en pakt ze gelijk aan, anders gebeurt het niet. Dit is een automatisme, waarbij hij zich vaak niet afvraagt of hij het wel wil of kan. Hij vindt het dus lastig als het wat langer duurt voordat lastige zaken zijn opgelost en gaat dus voortdurend over zijn grenzen heen.

Het slachtoffer denkt “als iets lastig is, kan ik het niet (lees: lukt het me nooit).” Het slachtoffer heeft iemand anders nodig om het voor hem op te lossen, hij blijft het liefst binnen zijn comfortzone en klapt vaak dicht als hij buiten zijn comfortzone dreigt te komen. Hij wordt onzeker van zijn eigen onzekerheid en probeert dat koste wat kost te verbergen.

De aanklager denkt “als iets lastig is, is dat iemand anders zijn fout/schuld”. De aanklager vertaalt lastige situaties in “er zijn fouten gemaakt”. Hij is ervan overtuigd dat fouten fout zijn, fouten mogen niet. Fouten confronteren hem met zijn eigen kwetsbaarheid en de aanklager moet sterk overkomen. Hij sluit zich af als er fouten worden gemaakt, waardoor hij zijn mogelijke bijdrage aan de oplossing niet meer kan leveren en zich niet meer verantwoordelijk voelt voor (zijn deel in) de oplossing.

Dus zowel de redder, als het slachtoffer als de aanklager denken in uitersten: alles of niets, nu niet dus nooit niet. Communiceren vanuit de drama driehoek werkt verwijderend ofwel polariserend. terwijl communiceren vanuit de winnaarsdriehoek verbindend werkt.

Om van de drama driehoek naar de winnaarsdriehoek te gaan, zullen we anders moeten leren omgaan met datgene wat we als lastig ervaren. In essentie gaat het erom dat we onszelf toestaan zaken lastig te vinden, als dat de realiteit is. Terwijl we onszelf ervoor behoeden het al te dramatisch te maken. Als we lastige zaken anders gaan vertalen, dus niet wegwuiven noch dramatiseren, gaan we vanzelf andere boodschappen uitzenden.

Concreet betekent dat voor de redder, dat als het lastig wordt voor de ander, hij de ander mag laten of helpen het zelf op te lossen zodat de ander het kan leren.

Het slachtoffer mag zichzelf toestaan onzeker te zijn, dingen nog niet te weten omdat dat nou eenmaal ontstaat bij nieuwe dingen en hij kan hulp vragen.

En de aanklager mag accepteren dat fouten nou eenmaal worden gemaakt en dat we daarvan kunnen leren en hulp bieden. In onderstaand plaatje zie je voorbeelden van typische communicatie vanuit de winnaarsdriehoek.

De praktische vertaling nog eens op een rijtje.

Dramadriehoek Winnaarsdriehoek

Redder

(ik-boodschap)

Ik kan het wel/ik los het op

Wat kan/wil ik niet?

Ik draag bij wat ik kan/wil, …onder voorwaarde…

Redder

(jij-boodschap)

Jij kan het niet (oplossen)

Jij kan het leren

Wat kan jij al wel?

Slachtoffer

(ik-boodschap)

Ik kan het niet

Ik kan het leren/beginnen

Wat lukt mij al wel?

Slachtoffer
(jij-boodschap)
Jij moet het doen

Kun je mij leren het te doen?

Kun je het mij helpen het zelf te doen?

Aanklager

(ik-boodschap)

Ik doe niks (fout)/ik doe het niet

Wat kan ik bijdragen?

Kan ik meedenken/bijdragen?

Aanklager

(jij-boodschap)

Jij kan ook niks/je bent schuldig/dom

Wat vervelend voor je
Jij kan het leren

Wat lukt je al wel?

Als je goed kijkt, zie je dat om een niet-effectieve samenwerking effectief te maken, je de ik- en jij boodschappen gewoon om kan draaien. Bijvoorbeeld van ik kan alles oplossen naar jij kan het (leren) oplossen en jij kan het niet naar ik kan het je leren of jij kan het nu nog niet.

Tot slot is het, voor een effectieve samenwerking, handig om jezelf, vanuit diverse perspectieven, af te vragen voor wie of waarvoor je verantwoordelijk bent. En aan te voelen wat de situatie van je vraagt. Daartoe is het soms het meest effectief om eerst stil zijn. Als je de volgende zinnen onthoudt, kan je ermee gaan spelen: Goh, dat lijkt me vervelend voor je! Wat kan je zelf doen? Zal ik eens met je meedenken? Vanuit de herkenning, kan je ermee gaan spelen en zul je steeds bewuster worden, van jouw aandeel in de effectieve samenwerking!

Geen blog meer missen?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief!

"Today is a good day starting to feel better!"